Instellingen van fotocamera aanpassen
U kunt twee soorten instellingen gebruiken voor de
fotocamera: de
Afbeeldingsinstell.
-instellingen en de
begininstellingen. Zie ’Kleur en belichting aanpassen’
Camera en Galerij
44
op pag. 44 als u de instellingen van
Afbeeldingsinstell.
wilt wijzigen. Als u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen voor video's weer hersteld, terwijl
de begininstellingen gehandhaafd blijven tot u deze weer
wijzigt. Als u de begininstellingen wilt wijzigen, selecteert
u
Opties
>
Instellingen
en maakt u een keuze uit de
volgende opties:
Afbeeldingskwaliteit
-
Hoog - Afdrukken
,
Normaal -
of
Laag - MMS
. Hoe hoger de kwaliteit, hoe
meer geheugenruimte de afbeelding inneemt. De
kwaliteit van een ingezoomde foto is lager dan die van
een niet-ingezoomde foto. Selecteer
Hoog - Afdrukken
(resolutie 1600x1200) als u de afbeelding wilt afdrukken.
Selecteer
Normaal - E-mail
(resolutie 1024x768) als u
de afbeelding via e-mail wilt verzenden. Selecteer
Laag -
MMS
(resolutie 640x480) als u de afbeelding via MMS
wilt verzenden.
Uitleg: resolutie is een maateenheid voor de scherpte
en helderheid van een afbeelding. Resolutie verwijst
naar het aantal pixels in een afbeelding. Hoe meer
pixels, des te gedetailleerder de afbeelding en des
te meer geheugen wordt verbruikt.
Naar album
- Hiermee kunt u de afbeelding opslaan in
een bepaald album in de galerij. Als u
Ja
kiest, wordt een
lijst met beschikbare albums geopend.
Digitale zoom
- Selecteer
Aan
als u maximaal wilt
inzoomen, maar genoegen neemt met een lagere
beeldresolutie.
Opgen. afb. tonen
- Selecteer
Ja
als u de vastgelegde
afbeelding wilt bekijken nadat deze is gemaakt, of
selecteer
Nee
als u direct wilt doorgaan met het nemen
van foto's.
Stand.naam afbeeld.
- Stel een standaardnaam in voor
de foto's die u neemt. U kunt de datum vervangen door
uw eigen tekst (bijvoorbeeld 'Vakantie_2004').
Gebruikt geheugen
- Hiermee selecteert u de
opslaglocatie voor afbeeldingen.